GF Strade Bianche: Koersen over stoffige witte wegen

GF Strade Bianche, vrij vertaalt de GF over de witte wegen van Toscane. Klassiekers zijn doorgaans oude wedstrijden. Maar Strade Bianche is een wedstrijd die pas sinds 2007 op de kalender staat. Bij de profs welteverstaan, en inmiddels is deze koers onderdeel van de World Tour. Zelfs toen de wedstrijd nog geen onderdeel was van de World Tour, wilden klasbakken als Cancellara en Gilbert dolgraag deze nieuwe ‘klassieker’ rijden. De Granfondo liefhebbers kunnen een dag na de profs ook koersen over de witte wegen van Toscane.

De slotklim naar Siena is er trouwens ook één om van te smullen.
Wat maakt Strade Bianche uniek? Profs als Cancellara, Gilbert, Stybar, maar ook onze eigen Giro-winnaar Dumoulin weten het. Jarenlang was Strade Bianche een kleine koers in Italië. Maar in 10 jaar tijd is deze kleine wedstrijd uitgegroeid tot een echte klassieker. Van klassieker-specialist tot rasklimmer, allemaal willen ze aan de start staan van deze unieke wedstrijd. Waarom? De Italiaanse manier van fietsbeleving zal een grote rol spelen. Maar wat nog belangrijker is, het unieke karakter van de koers. Koersen in België is mooi, zeker! Maar de Berendries, Koppenberg of de Muur van Geraardsbergen kennen de profs als hun broekzak. Ook het Belgische publiek leeft voor de koers, maar Italië is en blijft Italië. De beelden van Strade Bianche zijn prachtig. Het ene uitzicht, geschoten vanuit de helikopter van de RAI, is nog mooier dan de andere. En de stoffige shots vanaf de motor zijn adembenemend. Met de GF Strade Bianche rijden de deelnemers een dag na de profs over dezelfde wegen. Strade Bianche is een man-tegen-man-gevecht en voor zowel de profs als de Granfondo renners is dat gewoon de mooiste vorm van koersen. Een eerlijk gevecht waarbij de sterkste wint. Zet deze GF Strade Bianche dus snel op je bucketlist!

Wat mag je verachten bij Strade Bianche? Hoewel de Granfondo rijders het parcours van de vrouwenwedstrijd voorgeschoteld krijgen, is het echt niet zo dat het daarmee een makkie is. Over 130 kilometer moeten er 1.350 hoogtemeters overwonnen worden. Ik hoor je denken, dat valt toch reuze mee? Klopt, dat valt ook reuze mee. Maar niet alleen hoogtemeters maken een koers lastig. De witte wegen in Toscane zijn niet wit, omdat de Italianen wit asfalt maken. De witte wegen staan voor onverharde grind- en zandwegen. Als het droog is, zullen de renners onder het stof in Siena aankomen. Als het regent, veranderen deze onverharde wegen in glibberige wegen en is het de aanklonterende modder die het materiaal en de renners zwaar op de proef stellen. Van de 130 kilometer tussen start en finish in Siena liggen 8 stroken met onverharde wegen. In totaal ongeveer 30 kilometer aan grind- en zandwegen dienen overwonnen te worden. Ik hoor je nog steeds denken dat dat best meevalt. Het zal echter geen verrassing zijn dat er op de onverharde stroken ook geklommen moet worden. Met stijgingspercentages van 15% (Colle Pinzuto) en 18% (Tolfe) kom je gesloopt aan op het Piazza del Campo in Siena. De slotklim naar Siena is er trouwens ook één om van te smullen. Door de smalle straatjes van het historische centrum ga je omhoog naar Piazza del Campo. Hier worden de deelnemers als helden onthaalt, zoals alleen Italianen dat kunnen.

Waar: Siena, Italië
Wanneer: 4 maart 2018
Hoever: 130 kilometer, waarvan 30 kilometer onverhard
Hoogtemeters: 1.350, maximaal 18%
Kosten: 70,- euro
Inschrijven: GF Strade Bianche

 

 

Laat alles zien
/*