Stelvio, Madonna del Ghisallo, Mortirolo, Gavia: Lombardije!

Het is nogal een rijtje met bekende namen: de Stelvio, Mortirolo, Gavia, Madonna del Ghisallo en Muro di Sormano. En wat dacht je van het volgende rijtje met namen: Felice Gimondi, Ivan Basso, Claudio Chiapucci en Alfredo Binda. Lombardije heeft een rijke fietsgeschiedenis. Hoog- en middengebergte, het is allemaal aanwezig in de noordelijke Italiaanse regio.

Tekst CYCLOsportive, Beeld: Shutterstock

Stelvio: geregeld uitzicht op de met sneeuw bedekte toppen en gletsjer
Bergamo en Milaan zijn prachtige steden om te bezoeken. Daarnaast is deze bestemming redelijk eenvoudig aan te reizen. Na iets meer dan 1.000 km bereik je vanuit Utrecht met de auto deze Noord-Italiaanse provincie. Maar ook met het vliegtuig is deze bestemming prima te bereiken met de luchthavens van Milaan en Bergamo dichtbij. En met prachtige Granfondo’s als GF Felice Gimondi, GF Il Lombardia en GF Stelvio Santini een uitstekende fietsbestemming! We lichten een paar bekende bergen voor je uit.

Madonna del Ghisallo

De Colle di Ghisallo zoals de berg officieel heet valt grofweg in drie stukken op te delen. Bij het buitenrijden van Bellagio stijgt de weg direct in de dubbele cijfers eer deze versmalt tot een eenbaansweg. Na het geweldige hotel met magnifiek uitzicht op het Lago di Como – hotel di Perlo (de eigenaar regelt ritten met oud-prof Alberto Elli) – breekt een stuk met veel haarspeldbochten aan met af en toe een weids uitzicht op de vele bergen rondom het meer. Na een relatief lang stuk rechtdoor zit het zwaarste deel er op. Het stadje Civenna zorgt voor een aangename pauze om de volgelopen benen te voorzien van nieuw zuurstof. Voor wie zich niet heeft voorbereid lijkt alsof de top van de Ghisallo al is bereikt getuige enkele fraaie kerkjes aan de linkerzijde. Links van de weg openbaart de oostelijke tak van het Comomeer zich aan de oplettende fietser. Met nog een kleine twee kilometer tot de Ghisallo stijgt de weg voor de laatste maal. Ditmaal minder zwaar dan de aanvangsfase, maar zeker niet te onderschatten. Een zevental haarspeldbochten doen het redelijke steile stuk iets afvlakken. Na de laatste bocht volgt een recht stuk. De beroemde kerk ‘Madonna del Ghisallo’ doemt in de verte op. De Ghisallo is bedwongen en een monumentale beklimming kan aan de erelijst worden toegevoegd.

Wij zijn al eerder in Lombardije wezen fietsen. En hebben al voor je uitgezocht waar je heerlijk kunt verblijven. Als je via CYCLOsportive de reis boekt, zorgen we ook nog voor een aantal extra’s. Denk bijvoorbeeld aan routes en eventueel startbewijs en inschrijving voor een Granfondo: KLIK HIER

Passo Stelvio

Drie beklimmingen telt de Stelvio: vanuit Bormio, Prato allo Stelvio en Zwitserland (de Umbrailpas) die een kilometer voor de top aansluit op de beklimming vanuit Bormio. Ik neem slechts de eerste twee zijdes op, alhoewel de Umbrail in 2017 door het beroemde poep-incident van Tom Dumoulin een plaats in de eregalerij der Nederlandse sportmomenten heeft gekregen.

Vanuit Prato – de klassieke zijde – loopt de beklimming het eerste deel langs een rivier. Als de weg deze oversteekt begint de eigenlijke beklimming. Je hebt geregeld uitzicht op de met sneeuw bedekte toppen en gletsjer van het parco nazionale dello Stelvio / Ortlermassief. De eerste kilometers leg je deels door naaldbos af. Vanaf dit moment krijgen de benen nimmer rust of het moet in één van de 48 haarspeldbochten zijn die deze route omhoog doen krullen. Het stijgingspercentage schommelt continu tussen de acht en negen procent. De laatste tien kilometer gaan door alpenweide. Dit laatste stuk is vanaf de top prachtig op de gevoelige plaat te leggen.

Meer informatie over Passo Stelvio: KLIK HIER

Passo Mortirolo

De Passo del Mortirolo ligt op 1852 meter hoogte. De Mortirolo wordt ook wel de Passo della Foppa genoemd. Sommige bronnen geven echter aan dat het twee verschillende passen zijn, die weliswaar in het verlengde van elkaar liggen maar evenwel in hoogte verschillen (de 1852 meter hoge Foppa geeft ten opzichte van de 1892 meter hoge Mortirolo maar weinig toe.) Er zijn dan ook twee borden rond de top te vinden.

In het dorp Mazzo di Valtellina is de weg naar boven lastig te vinden. Eenmaal op de juiste route slingert de voet van de beklimming zich door de buitenrand van het dorp het bos in. De eerste drie kilometers zijn redelijk te doen. De weg is van meet af aan bijzonder smal; ter breedte van een auto. Her en der zijn passeerstroken aangelegd. De volgende zes kilometers zijn bijzonder zwaar. Het gemiddelde stijgingspercentage daarvan ligt zo rond de twaalf procent waarvan een kilometer rond de veertien procent. In dit laatste stuk kom je geregeld uitschieters tot achttien procent tegen. Haarspeldbochten kom je dan weer niet tegen. De laatste kilometers van de Strada del Mortirolo – vanaf het monument ter nagedachtenis aan Marco Pantani – zijn dan verhoudingsgewijs eenvoudig te noemen met een gemiddelde van negen procent.

De Mortirolo is van vier zijden te beklimmen waarvan de beide westelijke zijdes het zwaarst zijn. De beklimming vanuit Mazzo di Valtellina geldt als de zwaarste en wordt wellicht daardoor als klassiek aangemerkt. Deze zijde wordt dan ook meestal in de Giro opgenomen.

Meer informatie over Passo Mortirolo: KLIK HIER

(bron: lacollista.eu)

Laat alles zien
/*