Madonna dei Cyclisti waakt over ons

In mei wordt rondom Bergamo de GF Felice Gimondi Bianchi verreden. De grande campione van weleer heeft zijn naam gegeven aan een prachtige Granfondo. De deelnemers worden o.a over de Colle del Gallo en de Selvino geleidt. Na Granfondo’s in Frankrijk en België moesten we van CYCLOsportive toch echt eens in Italië gaan kijken. Veel sfeervoller wordt het niet (denken wij). Wil je er in 2019 ook bij zijn? KLIK DAN HIER
We storten ons in de afdaling, op naar de Selvino. Een werkelijk prachtige klim.
Fratelli d’Italia, l’Italia s’e desta. Broeders van Italië, Italië is opgestaan. Het zijn de eerste regels van het volkslied van Italië. Het zijn de klanken die door de luidsprekers schallen vlak voor de start van GF Felice Gimondi Bianchi. Alles draait hier om passie. Vol trots staan de motards naast hun motor. Gaat hier werkelijk ‘slechts’ een Granfondo van start? Het lijkt wel of een Giro-etappe op het punt staat om te vertrekken!

GF Felice Gimondi
De 4.000 deelnemers hebben de keuze uit drie verschillende afstanden (89, 128 en 162 kilometer). Wij hebben ons voorgenomen om zo lang mogelijk te genieten van de Italiaanse wegen en staan ingeschreven voor de ‘lungo’ route van 162 kilometer. Dat wordt flink klimmen! Achtereenvolgens krijgen we Colle dei Pasta, Colle del Gallo, Selvino, Costa d’Olda, Forcella di Bura, Forcella di Berbenno en Costa Valla Imagna voorgeschoteld. Geen beklimmingen die iedereen kent uit de Giro, maar het is schitterend fietsen in Lombardije.

Ruim baan voor ‘ciclisti’
In één grote colonne fietsen we de stad uit. Links en rechts schieten ons goed gesoigneerde en gebruinde Italianen voorbij. Daar steken onze Hollandse melkwitte benen schril bij af. We passeren net buiten de stad een enorme file. Italianen sluiten gewoon een stuk van de rondweg af om de ‘ciclisti’ ruim baan te geven. Geen Italiaan die daar trouwens vreemd van opkijkt. Breed over de weg wordt er koers gezet richting Colle dei Pasta. In alle drukte ben ik al snel mijn reisgenotenJohn en Lothar kwijt. Geen idee waar ze gebleven zijn.

Madonna dei Cyclisti
Op de tweede klim van de dag, haal ik John weer in. Ik was er heilig van overtuigd dat hij achter me fietste… Op de top van Colle del Gallo passeren we het kerkje Madonna dei Cyclisti. De beschermheilige van de wielrenners waakt deze rit over ons. We storten ons in de afdaling, op naar de Selvino. Een werkelijk prachtige klim. De vele haarspeldbochten zorgen voor een fabelachtig uitzicht. Schitterend om het lint met fietsers hier door de verschillende bochten omhoog te zien komen!

Costa d’Olda
John stort zich met een noodgang de afdaling van de Selvino in. We halen snelheden van meer dan 70 km/u. John, van origine mountainbiker, laveert handig tussen de andere deelnemers door. Ik moet alle zeilen bijzetten om zijn spoor te volgen. Na de Selvino, een klim van 10 kilometer, is het deelnemersveld in stukken uiteen geslagen. Vanaf hier geen grote groepen meer. Op weg naar Costa d’Olda krijgen we misschien wel het mooiste deel van de route voorgeschoteld. Door een prachtige vallei fietsen we naar San Giovanni Bianco. Links en rechts bergen. En achter die bergen, in de verte besneeuwde toppen van de Italiaanse Alpen. Het kan slechter. Bij San Giovanni Bianco, begint de weg licht te steigen. We rijden door een smalle kloof met overhangende rotsen. Vlak onder de top, in Sottochiesa, kunnen we onze bidons bijvullen in de natuurlijk bron in het dorp. Met 26 graden is het net iets te warm voor ons Nederlanders.

Dode vogeltjes
De weg naar Costa Valla Imagna (slotklim) is steil en ligt vol in de zon. De afstand, de bergen en de warmte beginnen hun tol te eisen! We spreken af boven op elkaar te wachten. Ik haal een aantal fietsers in en spreek ze moed in. “Nog 5 kilometer naar de top!” roep ik naar ze. “Nog 4 kilometer!” Ik krijg lege blikken terug. Hier fietsen dode vogeltjes. Hun benen bewegen in een traag tempo. Hun blik gericht op een paar cm asfalt vlak voor hen. Dan is 4 kilometer ver!

Hongerklop!
Boven, in Costa Valla Imagna, wacht ik op John. Samen met John daal ik af naar Bergamo. Na de afdaling volgt een stuk vals plat naar Bergamo. Met John in mijn wiel, fiets ik hier vies tegen de wind in. Ik voel mijn benen zwaarder worden… rapen nog een paar dode vogeltjes op die zich dankbaar in mijn wiel nestelen. Overnemen is er niet bij. Ik blijf door stoempen, maar voel de honger opkomen. Een motor van de organisatie rijdt de laatste 5 kilometer 20 meter voor ons uit en leidt ons de naar de finish. Ik wil naar de motor toe om even lekker uit de wind te zitten. Als ik versnel, versnelt de motor ook. Damn! Met drie dode vogeltjes in mijn wiel, draai ik de finishstraat in. Eindelijk! De finishboog! We rollen over de finish. De Italianen die in mijn wiel zaten, schudden me dankbaar de hand.

Wil je er in 2019 ook bij zijn? KLIK DAN HIER

 

 

 

Laat alles zien
/*